Je hebt vaak veel tijd besteedt aan het kiezen van je studiogear, microfoons, mixer, kabels en instrumenten maar de componenten die veel aandacht zouden moeten krijgen, je studiomonitors, blijven vaak wat onderbelicht.

Vaak worden speakers gebruikt die je toevallig nog hebt staan of misschien koop je een set ‘die je in een andere studio ooit hebt gehoord – en wel lekker klonk’. Maar pas op. Alle keuzes die je maakt voor je mix worden bepaald door dat wat je hoort via je studiomonitors. Het is dus extra belangrijk om veel tijd te besteden aan je studiomonitors.

Hieronder vind je een aantal tips die je in overweging kunt nemen bij aanschaf van een set studiomonitors.

Nauwkeurigheid boven alles

Veel consumenten speakers zijn gemaakt om vooral goed te klinken. Daarom wordt er vaak extra veel laag en hoog in gestopt zodat ze lekker stampen en fris in het hoog klinken. Studiomonitors moeten juist zo neutraal mogelijk klinken. Het kan heel verleidelijk zijn om monitors te klinken die ‘lekker’ klinken maar die zullen niet bijdragen aan een goede mix. En hoe goed ze ook in je studio zullen klinken, zodra je de mix op een andere speaker gaat beluisteren zal hij juist mager klinken. Kies dus monitors die goed in balans zijn, kies geen monitors die extra veel laag of hoog weergeven.

Speakers of Hoofdtelefoons

Veel muziek wordt beluisterd op hoofdtelefoons. Als je live opnames maakt van bijvoorbeeld vocalen en akoestische instrumenten wordt de hoofdtelefoon door de muzikanten als referentie gebruikt. Het lijkt dus een goed idee om ze ook voor je mix te gebruiken.

Maar hoofdtelefoons geven je niet alle informatie die je nodig hebt voor je tracks. Mixen gemaakt op en hoofdtelefoon komen vaak, beluisterd via speakers, niet uit de verf. Hoofdtelefoons geven een verkeerd beeld van hoeveel laag er in een mix zit. Dankzij de isolatie van de oorcups geven hoofdtelefoons vaak een heel andere ervaring van het stereobeeld als luidsprekers waarbij je het geluid van Links & Rechts via beide oren beluisterd. Maak een mix dus altijd op een set speakers en controleer ze via een hoofdtelefoon.

het-verschil-tussen-afluisteren-via-een-speaker-of hoofdtelefoon

Meerdere speakers als referentie

De meeste grote studio’s maken gebruik van meerdere monitorsets – een set grote speakers, vaak aan de wand gemonteerd – om de mix op een hoger volume te kunnen beluisteren, een kleinere set net boven de mixer geplaatst om details goed te kunnen horen en vaak nog een set ‘consumenten’ speakers waarmee je kunt testen hoe de mix in een huiskamer gaat klinken. Kies in ieder geval voor een set nearfield monitors waar je alles op afluistert.

Mocht je grote speakers willen plaatsen, doe dit dan altijd samen met iemand die dit al vaker heeft gedaan. Het is belangrijk om eerst je ruimte te ‘meten’ dat je weet waar reflecties optreden en je zo de beste positie voor de speakers kunt bepalen. Je kunt desgewenst extra dempmateriaal op de wanden laten aanbrengen om hinderlijke reflecties tegen te gaan. De specialist bij jouw muziekwinkel kan je hierin adviseren.

Plaats je nearfield monitors op ongeveer een meter van de plaats waar je zit, en op de juiste hoogte. Er zijn allerlei accessoires – en zelfs complete studiomeubels – in de handel verkrijgbaar om je monitors op de beste manier te plaatsen. Als je ‘nearfields’ koopt kun je met een gerust hart speakers kopen met een 8″ woofer, ook in ruimtes die akoestisch niet optimaal zijn, om voldoende laag te ervaren.

afluister-afstand

Nearfield monitoring

Naast een set grote en ‘medium’ speakers worden in sommige gevallen ook ‘single-driver’ monitors gebruikt. Op deze manier kun je horen hoe je mix op kwalitatief mindere audiosystemen gaat klinken. Het merk Auratone levert dit soort speakers maar je kunt natuurlijk ook een setje computerspeakers aanschaffen.

Vroeger gingen we na de eerste mix gezellig in de auto zitten om te luisteren hoe het daar klinkt, de meeste mensen draaien hun muziek graag in de auto. Tegenwoordig wordt er steeds meer afgespeeld op mp3-spelers, het is dus verstandig om een paar gewone ‘oordopjes’ te hebben liggen zodat je weet hoe dat gaat klinken.

Actieve of passieve monitors

cp_545_Figure_4_Active_studio_monitors_-_typical_two-way,_bi-amplified_designs,_front_back

Monitors zijn er in twee varianten, actief of passief. Traditioneel zijn de passieve speakers waarbij je een extra eindversterker nodig hebt. Tegenwoordig worden veel meer actieve monitors gebruikt. Hierbij is de versterker in de monitor gebouwd en kun je direct een line-signaal naar de monitor sturen.

Steeds vaker worden speakers bi-amped of tri-amped uitgevoerd. dit betekent dat de losse speakers in de monitor een eigen versterkermodule krijgen die op hun beurt worden aangestuurd door een actieve crossover. Op die manier kun je een nog betere balans en scheiding van frequenties binnen de monitor krijgen met als resultaat: een betere totaalklank.

Het plaatsen van je speakers – hoe gedraagt het laag zich..

Het laag is vaak het grootste probleem in kleine studio’s. Staande golven – inconsequenties in basweergave op verschillende frequenties – zijn een plaag in alle kleinere ruimtes. Als een mix wordt gemaakt worden beslissingen over balans en EQ eerder gemaakt omdat de ruimte een verkeerd beeld schetst bij het afspelen dan wat er eigenlijk aan de hand is. Je luistert eigenlijk niet naar de mix maar naar de manier waarop de ruimte de totale klank als het ware ‘vervormt’. Op zo’n moment maak je dus een verkeerde keuze door de mix aan te passen, terwijl het misschien niet eens nodig is.

Als speakers tegen een wand of op een vaste ondergrond worden geplaatst hoor je altijd meer laag dan wanneer ze vrij, bijvoorbeeld met boven de mixer, worden geplaatst. Je kunt vaak in de winkel vragen welke monitor je het beste kunt kiezen op basis van jouw beschikbare ruimte.

Veel monitors hebben tegenwoordig schakelbare filters en EQ instellingen om vervormingen in de ruimte te compenseren. Daarmee kun je vaak al veel van de akoestische problemen opvangen. Blijf je last houden van teveel laag kun je altijd een set demp-pads kopen waarmee je de monitor loskoppelt van de ondergrond waarop hij staat.

cp_545_Figure_5_Different_speaker_placement_options

 

De Subwoofer

Monitors met 5″/6″ tot 8″ woofers hebben een gemiddelde laagweergave van 50-60 tot 80-90Hz. Als je voor je gevoel te weinig laag hoort is je eerste reactie vaak: ‘we draaien er een puist laag in’ of we zetten een monitor dichter bij de muur. Dat is niet heel verstandig. Je kunt dan beter kiezen voor een extra subwoofer. Die vangt het laag dat je mist onder 80Hz op en zorgt ervoor dat je vaak tot 35Hz aan laag kunt horen. De meeste subwoofers hebben een filter waardoor je de topspeakers wat kunt ontlasten.

Omdat het laag niet richtinggevoelig is heb je vaak aan 1 subwoofer voldoende. Experimenteer wat met de positie van de subwoofer, plaats hem bij voorkeur niet tegen de muur maar vrij in de ruimte, onthoudt altijd: het is een subwoofer, geen BASS Booster. Hij moet geen extra laag weergeven maar juist de laagfrequenties weergeven die je uit de nearfield monitor niet hoort.

Twijfel je over aanschaf van monitors? Ga dan altijd naar een muziekzaak bij jou om de hoek, daar werkt een specialist die weet hoe welke monitors je het beste kunt aanschaffen! Hopelijk hebben wij je met deze uitleg wat meer duidelijkheid kunnen geven!