MusicGear wil instrumentalisten en vocalisten ook op het gebied van instrument- en stembeheersing verder op weg helpen. Het draait immers niet alléén maar om de instrumenten en de versterkings- en opnameapparatuur. Auteur Hugo Pinksterboer heeft een grote hoeveelheid expertise gebundeld in zijn Tipboek-reeks. Hij laat MusicGear-bezoekers profiteren deze kennis. Deze keer zijn de violisten aan de beurt.

Met toestemming overgenomen uit Tipboek Viool en altviool.

Als je stalen snaren gebruikt, heb je fijnstemmers nodig. Ook voor kunststof snaren zijn ze heel makkelijk. Bij de meeste goedkopere violen zijn er vier ingebouwd in het staartstuk, maar er zijn ook losse fijnstemmers te koop. Veel violisten die met darmsnaren spelen, gebruiken één stalen snaar (de E), en vaak krijgt alleen die snaar een fijnstemmer.

Ingebouwde fijnstemmers
Als je voor elke snaar een fijnstemmer wilt, krijg je meestal het advies om een staartstuk met ingebouwde fijnstemmers te kiezen. Waarom? Omdat met losse fijnstemmers de lengte van de snaren tussen staartstuk en kam kleiner wordt, en dat gaat ten koste van de klank.

Kort of lang
Er zijn korte en lange fijnstemmers. De lange modellen steken een stukje onder het staartstuk uit, terwijl je bij korte fijnstemmers eigenlijk alleen maar het knopje ziet zitten. Die korte fijnstemmers kunnen in of vlak voor het staartstuk zitten. Bekende modelnamen voor de korte stemmers zijn Hill, Uni en Piccolo.

Viool - fijnstemmers

Van boven naar beneden: een ingebouwde, een lange en een korte fijnstemmer

Makkelijker
Met lange fijnstemmers gaat het stemmen wat makkelijker dan met korte, omdat je nog minder kracht hoeft te zetten. Ook het inzetten van een nieuwe snaar gaat makkelijker. Zit het staartstuk van je viool erg dicht bij het bovenblad, bijvoorbeeld omdat dat blad een hoge welving heeft, dan ben je beter uit met korte fijnstemmers. Als je een lange fijnstemmer te ver indraait, heb je namelijk eerder kans dat de fijnstemmer het bovenblad beschadigt.

Onzin
Er zijn ook violisten die liever korte fijnstemmers hebben omdat lange fijnstemmers de snaarlengte tussen kam en staartstuk verminderen, met mogelijke gevolgen voor de klank. Nog meer kiezen? Er zijn fijnstemmers met zwarte, metaalkleurige of goudkleurige stemknopjes.

Lus of kogel
De meeste snaren zet je met een kogeltje in de fijnstemmer vast, maar stalen E-snaren zijn er bijvoorbeeld ook met een lus aan het uiteinde. Je moet dus wel de goede fijnstemmer hebben voor de snaren die je gebruikt – of andersom. Ook zijn er aparte fijnstemmers voor darmsnaren. Fijnstemmers zijn al te koop voor een euro of drie, vier per stuk.

Viool - lus en kogel

Snaren met verschillende lussen en kogels

Ingebouwde versnellingsbak
In plaats van fijnstemmers zijn er ook stemsleutels met een soort ingebouwde versnellingsbak. Daardoor wordt de snaar langzamer gespannen of ontspannen dan dat je de klop van de sleutel ronddraait, net zoals dat gebeurt bij de stemmechanieken van een contrabas of een gitaar. Stemmen gaat dus veel preciezer, en de sleutels lopen niet terug. Bovendien is er geen sprake meer van slijtage van je stemsleutels of de gaten waar ze in draaien. Dat ze fijnstemmers overbodig maken is ook een voordeel omdat deze mechaniekjes voor bijgeluiden kunnen zorgen en ze – door het staartstuk te verzwaren – de klank van het instrument kunnen beïnvloeden. De hier bedoelde stemsleutels van het merk Knilling werden rond de laatste eeuwwisseling in Amerika geïntroduceerd onder de naam Perfection Planetary Pegs. De Amerikaanse firma Schaller maakt een vergelijkbaar product, waarvoor de gaten voor de sleutels echter vergroot moeten worden.

Tipboek Viool en altviool: dé gids voor elke violist!

Cover Tipboek Viool en altviool - 72dpi RGB