In het voormalige Oostblok zouden de spionnen er gek op zijn geweest: De codenamen van alle soorten drumstokken, brushes, rods en ander sla-tuig; 7A, 8A, 9A, 2B, 5B, 5A.
Maar ook de SRHA2CO, X5ANVG, SD330 en de fameuze TXXB1-XBeat die nog steeds verkrijgbaar zijn bij een willekeurige muziekwinkel. De TX Wattes??? Jep. Misschien even handig om even een korte uitleg en wat tips te geven over één van de belangrijkste verlengstukken van je lichaam. Oke mannendrummers, toegegeven: op dat ene ‘verlengstuk’ na dan.
Maar daar gaat het nu even niet om… Focus!!
Basis:
Even korte en hopelijk niet al te supersaai geschiedenislesje. In den drumbeginne was er het hout: Straks een houtoverzicht. nu even niet belangrijk. Nadat men van diverse soorten hout diverse soorten trommelstokken gemaakt had, kwam er een soort van ‘standaard’ die we in beginsel vandaag de dag nog steeds aanhouden: Een A op de stok betekende dat de stok geschikt was voor trommelwerk in orkesten (Symfonie, grotere orkesten). De stok was dun en had een ovale tip. Een B op de stok gaf aan dat deze wat dikker was en geschikt was voor ‘bands’ waaronder in vroeger tijden ook ‘brassbands en kleinere harmonieën vielen . Verder kon je ook een S op een stok vinden en deze gaf aan dat je daarmee in ‘Streetbands’ kon spelen: Marching bands en zgn ‘Drum corps bands’. A stokken waren licht en smal. B stokken wat zwaarder en vaak iets dikker. De S stok was veruit het dikst, en had vaak een dikke druppelvormige tip. Later werd met een nummer de omtrek van de stok aangegeven: Hoe lager het nummer, hoe hoger de omtrek. Anno 2013 hanteren we nog het basissysteem dat nog steeds werkt:
7A: dunne stok met langere ovale tip. Geschikt voor lichte popmuziek, jazz, ‘fris en licht’ trommelwerk in orkest.
5A: dikke stok met ovale tip: Geschikt voor popmuziek, rock, trommelwerk in orkest.
5B: dikkere stok met ovale tip. Geschikt voor stevige muziek. (rock, etc)
2B: vroeger: ‘SB’ van ‘Street’: Dikste trommelstok. Geschikt voor drumcorps, trommeloefeningen, zwaardere rock muziek.
O, ja had je nog tegoed: het houtoverzicht, met daarin de meest gebruikte houtsoorten:
Materiaal.
Hickory, komt van een boom (Okkernoot familie) die voornamelijk in de Verenigde Staten, Canada en Mexico voorkomt. Hickory hout is erg hard, sterk en veerkrachtig en geeft daardoor weinig trillingen door. Het vangt een groot deel van de shock op, waardoor het vermoeidheid in de hand en pols reduceert. Hickory slijt rustiger en breekt relatief minder snel.
Maple: De lichtere stokken worden gemaakt van Esdoornhout of Engelse naam: Maple. Drumstokken van dit soort hout hebben bijna dezelfde eigenschappen als Hickory, maar zijn een stuk lichter. Voordeel is dat je dikkere stokken kan nemen die niet heel zwaar zijn.
Eikenhout: wordt dan weer gebruikt voor de zwaardere drumstokken. Deze zijn hard, splinteren niet (breken gewoon in één keer) en zijn dus redelijk zwaar. De levensduur van deze stokken is lang, maar daarbij zijn de trillingen goed voelbaar, wat soms tot vermoeidheid in polsen en handen kan leiden.
Muziekkeuze en lichaam.
Over het algemeen kan je dus bij een bepaalde muziekstijl een stok kiezen uit het basis systeem, maar je handen kunnen ook bepalen wat voor soort stok jij het fijnst vindt. Heb je grote handen als jazzdrummer dan zou een 7A stok wellicht aanvoelen alsof je twee satéprikkertjes vast hebt. Dikker Maple stokken met ronde tip kunnen de oplossing zijn. Heb je kleine knuistjes als heavymetal drummer dan zal wellicht een 2B stok krampen geven domweg omdat deze te dik is. Een dunnere hickory stok kan dan de juiste keus zijn. De vele fysieke verschillen en ‘feel’ van drummers hebben gezorgd voor een zeer grote variëteit van types in drumstokkenland, met als gevolg de enorme lijst van ‘codenamen’ op de drumstokken.
Model
De meest voorkomende modellen zijn 7A, 5A, 5B en 2B. Het cijfer geeft de omtrek van de stok weer. Hoe lager het nummer, hoe groter de omtrek. Een stok met model 7A is dus smaller dan een stok met model 5A. De letter in het modelnummer is oorspronkelijk bedoeld voor de aanbevolen toepassing. Tegenwoordig heeft deze letter weinig waarde meer. Uiteinde Ook het uiteinde van de drumstok, dat tip of taper wordt genoemd, kan verschillende vormen en formaten hebben en vormt voor een belangrijk deel de klank. Het uiteinde wordt gemaakt van nylon of van hout. Nylon klinkt iets helderder dan hout en hoe groter de tip, hoe voller de klank.
De shoulder (schouder) van de stick is de overgang van de tip naar het lange ‘stokgedeelte’. De lengte van de shoulder geeft het ‘direkte’ gevoel van de stok met de trommel of bekken aan.
Elke variant heeft zijn eigen gevoel en geluid. Een overzicht van een paar ‘tips’ die je bij de meeste drumstokken vindt:
Ronde Tip
Een ronde tip beslaat het kleinst mogelijke oppervlakte. Gevolg is een heldere, open klank wat ideaal is voor jazz en lichtere muzieksoorten.
Barrel Tip
Een barrel (‘wijnvat’ vorm) tip heeft een groter bereik en is ideaal om veel volume te creëren. Daarbij is het gedeelte net onder de tip (shoulder/schouder) van de stok wat korter waardoor de stok iets minder snel breekt.
Traanvormige Tip
Een traanvormige tip produceert een vergelijkbaar geluid als een barrel tip, maar klinkt iets algemener. Te vinden op de meeste 5A- achtige stokken.
Ovale Tip
De ovale tip heeft het grootste bereik en zorgt voor een brede ‘middenklank’ dankzij zijn lengte.
Nylon Tip
Een nylon tip geeft een heldere sound en is bovendien duurzamer dan hout. De wat gevorderde drummer claimt soms dat er iets minder ‘gevoel’ zit vanwege het losse onderdeel dat de tip is, maar als je begint met drummen moet je zeker eens een paar ‘nylontips’ checken.
De perfecte stok kies je uiteindelijk zelf!
Zo zie je: zelfs in dit korte stukje heb je al snel het gevoel dat je door de ‘stokken het drumbos’ niet meer ziet. Ik geef je nog even wat tips (nee, ik maak er geen slechte woordgrap mee): Test stokken uit: vraag je leraar of je een aantal stokken mag proberen. Leen/probeer stokken van bevriende drummers. Test stokken op een oefenpad in de winkel. Je voelt al heel snel of een stok te dik of te dun is naar je zin. Vraag de verkoper of een een paar ‘tips’ mag checken op bekkens; beter nog neem je eigen bekkens mee en probeer stokken daar op uit. Je zal de verschillen heel snel merken. Nadat je wat optredens hebt gehad, of een aantal jaartjes speelt zul je merken dat je een voorkeur ontwikkelt voor een bepaalde stok. Tot slot een slechte verkopers opmerking: koop niet direkt die stok van jouw favoriete drummer: vaak zijn deze het duurst en geloof me: je kan echt niet gelijk zo goed drummen als jouw idool. Vind je ideale stok, ga oefenen, spelen, optreden en zorg er dan maar voor dat kids straks jouw ‘personal signature’ stick in de winkel kunnen aanschaffen…
Volgende keer gaan we wat dieper in op de brushes, rods en en ander trommelstokkengespuis.
MusicGear / Paul Scheepmaker