Naast EQ en galm- en delay-effecten speelt een compressor een belangrijke rol bij zowel het opnemen als het mixen van muziek en spraak. Sterker nog: de werking is vaak minder opvallend, maar het gebruik van een compressor is in allerlei fasen van het opnameproces bepalend voor het eindresultaat.

De werking van een compressor is op zich tamelijk simpel: het geluidsvolume van een signaal wordt automatisch teruggeschroefd als het een bepaalde niveau overschrijdt. Vergelijk het met de vering van een auto: hoe groter de hobbel waar je overheen gaat, hoe meer tegendruk die vering produceert.

Toepassingen
Je kunt een compressor ruwweg voor drie taken inzetten: 1- om te zorgen dat signalen niet boven een niveau komen dat je niet meer kunt opnemen, tegen oversturing dus, 2- je kunt er de muzikale intensiteit mee beïnvloeden, specifieke partijen of passages kun je meer gewicht geven, en 3- je kunt het als effect inzetten om bijvoorbeeld vocals te kleuren.

De eerste toepassing is eigenlijk het doel waarvoor compressors werden ontwikkeld. Elektronische systemen konden niet overweg met materiaal dat zowel heel harde als heel zachte signalen bevatte. Te hard betekent vervorming, te zacht betekent verdwijning van het signaal in de ruis. Het hardste en het zachtste signaal moesten dus dichter bij elkaar worden gebracht, liefst zonder dat de beleving veranderde. Tegenwoordig is dat – door de bank genomen – niet meer zo heel urgent, want de meeste recorders en opnamesoftware op de computer kunnen opnemen met een resolutie van 24-bits en de afstand tussen het hardste signaal, dat onvervormd kan worden opgenomen en het zachtste signaal, voordat het onhoorbaar is of in de ruis verdrinkt, is behoorlijk groot. Toch zijn er genoeg zangers en sprekers die bij tijd en wijle zodanig uithalen dat je graag wilt dat die pieken gedurende de opname al wat worden getemperd.


De tweede toepassing is een echte smaakmaker als het om mixen gaat. Je kunt ervoor zorgen dat zachtere passages in vocals een wat prominenter plek krijgen en door bijvoorbeeld de stereomix van een drumstel door een compressor te halen, kun je enerzijds het complete geluidsbeeld platdrukken waardoor het verschil tussen harde signalen en de zachte veel kleiner wordt en er dus details, uit die zachtere ‘doorgangen’ dus, komen bovendrijven. Ook kun je de compressor later laten inzetten, zodat de aanzet van geluiden onveranderd blijft maar de zachtere passages zoals de uitklank van drums of cymbals worden teruggedrongen. De drums krijgen in zijn totaliteit meer ‘punch’, omdat de aanzet wordt benadrukt. Wanneer je de compressor snel laat inzetten, met een korte Attack-tijd, en lang laat doorwerken, met een lange Realease-tijd, krijg je het genoemde effect van een ‘plat’ signaal. Doordat de pieken eruit zijn, kun je ook het totaalvolume opschroeven. De bijwerkingen zijn echter verschrikkelijk, even aangenomen dat je niet op zoek bent naar dat specifieke effect. Dergelijke compressie kom je vaak tegen bij dancetracks waarbij dan de visuele weergave van de golfvorm van het materiaal er uitziet als een baksteen.

De derde toepassing wordt eigenlijk pas interessant als je een compressor of in de opnamesoftware een plug-in-compressor gebruikt die een heel specifiek karakter heeft, bijvoorbeeld doordat hij is voorzien van een buizencircuit of zo’n circuit softwarematig emuleert. Denk hierbij aan de vocals van bijvoorbeeld Otherside van Red Hot Chili Peppers die een heel aparte klankkleur hebben gekregen, waarbij de zang zelfs behoorlijk tegen de vervorming aanhangt wanneer zanger Anthony Kiedis uithaalt, en waarin allerlei details en bijgeluiden te horen zijn.

Ook op gitaar en bas is het zeer dankbaar om compressie te gebruiken. Een klassiek voorbeeld, maar ook wel wat bedaagd, is het gitaargeluid van Jan Akkerman in bijvoorbeeld de oorspronkelijke versie van Streetwalker.

Drempel
Het signaalniveau waarop de compressor begint te werken, stel je in met de knop Threshold. Komt het signaal boven dit niveau dan begint de compressor zijn werk te doen en hoe hard hij gaat werken stel je in met de Ratio-knop. De Ratio- en de Threshold-knop zijn instellingen die rechtstreeks aan het signaalniveau te relateren zijn. Als je de Threshold-knop op 0dB instelt begint de compressor dus pas op dat te punt te werken en krijgt het signaal de ruimte om dit te overstijgen.

De Ratio wordt weergegeven in een verhoudingsgetal, bijvoorbeeld 2:1. Gaat in dit geval het signaal dus 6dB over het Threshold-punt heen, dan wordt het de helft – 3dB dus – verzwakt en hou je dus een signaal van 3dB over. Zet je de Ratio op 6:1, dan hou je nog maar 1dB over. Zet je de compressor op ∞:1, dan kan het signaal niet over het Threshold-punt heen en is er sprake van limiting. Hoge waardes – zeker als er sprake is van limiting – zijn heel goed hoorbaar en hebben al heel snel een nogal vernietigende invloed om je werk. De vergelijking met de vering van een auto gaat ook hier weer op: hoe korter de veerweg en hoe sterker de veren, hoe duidelijker de werking te voelen is. Aan het einde van de veerweg wordt autorijden onacceptabel oncomfortabel.

Wanneer je alle in Threshold, Ratio-, Attack- en Release-instellingen hebt gemaakt, kan het zijn dat het totale signaalniveau niet meer naar je zin is, bijvoorbeeld te laag. Met de Make Up Gain-regeling kun je dit dan corrigeren.

Er zijn compressors zonder instellingen Attack- en Release-tijden. Het instellen is dan natuurlijk veel eenvoudiger, want je kunt dan niets meer fout doen. Een verkeerde Attack-of Release-tijd kan net zo destructief werken als een te hoge Ratio-waarde of een te lage Threshold.

Wanneer de compressor niet precies om het Thershold-punt inzet maar daaronder al een beetje begint te werken en geleidelijk zwaarder inzet, wordt dit ‘soft knee’ genoemd. Begrijpelijkerwijs levert dit een gelijkmatiger resultaat op.

Klankmakers
Het aardige is dat de meningen over het gebruik van compressie erg zijn verdeeld. Er is een hele school engineers, zoals de legendarische George Massenburg, die er bijna uitsluitend naar streven compressie zo onhoorbaar mogelijk in te zetten, terwijl er tegelijkertijd een enorme hype rondom de klank van vintage en boutique compressors hangt, waarbij de compressor als klankmaker wordt ingezet. Of je je meer aangetrokken voelt tot de eerste groep of niet, je zult het proces eerst onder de knie moeten krijgen. Experimenteer heel uitgebreid met je compressor(s) en geef je oren goed de kost. Iemand die deze bewerking goed beheerst kan er wonderen mee verrichten, maar iemand die zit te knoeien kan ongelooflijk veel schade aanrichten.